Ruim de helft (52%) van de mensen staat huiskameronderzoek toe

Terug naar overzicht

(PERSBERICHT)

Positieve resultaten enquête over toestaan van data voor de wetenschap: ruim de helft (52%) van de mensen staat huiskameronderzoek toe.

Dit blijkt uit een enquête die deze week wordt gepresenteerd en is gehouden in opdracht van Home Instead Thuisservice, de grootste dienstverlener van Nederland op het gebied van niet-medische thuiszorg. In de enquête werd gevraagd of mensen bereid zijn mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek in de huiskamer. Moderne technologie stelt wetenschappers in staat gegevens bij hulpbehoevende senioren (met dementie) thuis te verzamelen zonder dat de senior daar iets van merkt en zonder dat de privacy wordt geschaad. Deze uitkomst is een belangrijke stap voor het project Research@home, waarbij thuiszorg, technologie en wetenschap nauw samenwerken om de kwaliteit van leven voor mensen met dementie in de thuissituatie te verhogen. Met meer inzicht in de thuissituatie van thuiswonenden met dementie, kan er betere zorg op maat worden gegeven. Nu meer mensen bereid zijn hun huiskamer te openen voor onderzoek, kan Home Instead Thuisservice haar dienstverlening in de dagelijkse praktische zorg nog beter aanpassen. Met als doel nieuwe oplossingen te bedenken om deze mensen langer thuis te laten wonen.

“Wij zijn hier ongelooflijk blij mee, het is een belangrijke stap voorwaarts. Onderzoek in de directe leefomgeving van hulpbehoevenden die thuis wonen, levert nu eenmaal de meest betrouwbare data op”, aldus Bas Steenbergen, directeur Home Instead Thuisservice. “Mensen zien het geven van informatie en hun medewerking aan de wetenschap, zoals eerder werd gedacht, niet als het schenden van hun privacy.”

Uit de enquête blijkt ook dat meer dan de helft (54%) van de mensen die mee zouden werken aan thuisonderzoek naar de ziekte van Alzheimer, zelf iemand in hun omgeving hebben met dementie. De gegevens die mensen dagelijks beschikbaar zouden willen stellen zijn: de hoeveelheid slaap (67%), de dagelijkse beweging (64%), hun eetpatroon (61%) en hun humeur (53%). Iets meer moeite hebben ze prijs te geven hoeveel alcohol ze drinken, hoe vaak hun toiletbezoek is, wat hun hartslag is en of ze bezoek krijgen. De uitkomsten zijn op basis van 263 ingevulde enquete formulieren.

Home Instead richt zich als grootste dienstverlener op het gebied van niet-medische thuiszorg met name op senioren met dementie en het creëren van oplossingen thuis. CAREGivers van Home Instead kunnen door observatie en vragen te stellen op eenvoudige wijze praktisch onderzoek verrichten; hoe vaak vallen thuiswonende mensen met dementie? Veel van hen zijn ondervoed; wat eten zij zoal? Hoe redt deze persoon zich, welke hulpmiddelen zijn noodzakelijk? Wat gaat goed of juist niet, en waarom? Het is tevens belangrijk om de dagelijkse thuissituatie van deze mensen te onderzoeken als er geen hulpverlening is. “Op deze wijze kunnen wij de dienstverlening aanpassen en op maat maken, zodat deze mensen langer thuis kunnen wonen,” aldus Steenbergen. “En kunnen we oplossingen creëren, waarbij naast persoonlijke ondersteuning de digitale hulpmiddelen, geautomatiseerde diagnostiek en slimme domotica beter kunnen worden benut.”


Met de positieve resultaten uit de enquête zijn CAREGivers dus beter in staat hun werk te doen. De zorg kan nog persoonsgerichter, hun kennis wordt vergroot en zij worden door hun scherpe waarnemingen betere dienstverleners. Mede hierdoor verwacht Home Instead Thuisservice zelfs dat het percentage mensen dat mee wil werken in de toekomst kan stijgen naar 75%.

Het project Research@home waarbij wetenschappelijk onderzoek in de huiskamer van zorgbehoevenden plaatsvindt, is een samenwerkingsverband tussen Alzheimer Nederland, de dementia-App en Home Instead Thuisservice. Het is een nieuwe manier om betrouwbare objectieve waarnemingen te kunnen doen zonder privacyschending, die plaatsvinden op elk gewenst tijdstip, waarbij mensen langer worden gevolgd en de onderzoekskosten laag zijn.